zondag 26 mei 2013

Twee egeltjes


Michel (38) is vader van Sterre (8), Kas (7) en Robin (4), werkt als senior adviseur bij YoungWorks, gelooft in de kracht van The Crowd, is al zijn hele leven geïnteresseerd in leren en alles wat daar mee te maken heeft, kan niets met het sluike haar van zijn dochters en wordt week van jonge kuikens.

“Papa, hoe kun je iemand anders worden als je jezelf wilt zijn?” Ik sta in de keuken als Sterre, op dat moment zes, binnenloopt en mij die vraag stelt. Mijn mond valt open van verbazing. Behalve dat dit niet een eenvoudige vraag is om te beantwoorden, vraag ik mij af hoe ze er überhaupt bij komt om die vraag te stellen. Ik sta al met mijn telefoon in de hand om haar aan te melden voor het Stedelijk Gymnasium als ik begrijp dat haar vraag minder diepzinnig is dan ik in eerste instantie dacht. Ze is aan het gamen. De laatste die heeft gespeeld op de Wii is haar broertje Kas. Sterre wil graag met haar eigen poppetje het spel spelen. Hoe kun je iemand anders worden, op de Wii, als je jezelf wilt zijn.

Inmiddels is ze acht, bijna negen (daar hecht ze erg aan, aan dat laatste). Wat ze dit jaar voor haar verjaardag wil, weet ik eigenlijk niet. Het jaar voorafgaand aan haar achtste verjaardag stond in het teken van sparen voor een iPod touch. Met haar verjaardagsgeld erbij was het net voldoende. Ik moet eerlijk zeggen dat ik acht jaar best vroeg vind voor een iPod touch. Nog meer gamen. Toen ik echter hoorde dat ongeveer de helft van de kinderen in haar klas al zo’n apparaat had, kon ik het niet meer tegenhouden. Zeker niet omdat ze er ook nog eens zelf voor had gespaard.

Sterre is – uiteraard – waanzinnig getalenteerd. Ze kan heel veel. Ze kan alleen niet zo goed tekenen. Dat is meer een talent van haar broertje en zusje. Onlangs kwam ze bij mij met een prachtige tekening van twee egeltjes. Ik vroeg mij af hoe ze dat had gedaan, zo’n mooie tekening. Dus ik vroeg haar: “Hoe heb je dat gedaan, zo’n mooie tekening?” “Loop maar mee,” zei ze. “Kijk. Op mijn iPod touch heb ik een app die heet joewtjoep. Dan typ ik in ‘teken egel’ en dan krijg ik dit filmpje. Dan druk ik op plee en dan op stop. En dan teken ik een stukje. En dan druk ik weer op plee.” Een donkerbruine mannenstem legde geduldig en stap voor stap uit hoe je twee egeltjes kunt tekenen. Verbazing en verwondering wisselden elkaar af. “Hoe weet je dat?” vroeg ik haar. “Oh,” zei ze, ”van Jette.” Jette is haar nichtje van negen. Bijna tien.

maandag 20 mei 2013

In de ban van


Jeroen de Jong is vader van Thijn (2002), Noek (2005) en Roos (2008). Het ware vaderschap bevindt zich volgens hem buiten de gebaande paden. Net als heel het leven trouwens: buiten je comfortzone wordt het pas echt leuk. Met De Praktijkvader inspireert hij mannen om de beste vader uit zichzelf te halen. Ook schreef hij het e-book 'Hoe word je de vader die je wilt zijn? Van overleven naar sprankelen in vijf praktische stappen.' Dit boek vind je op zijn website: www.praktijkvader.nl.

Ik ben niet zo goed in spelen. En ook niet in tekenen of knutselen. Ik wil best een keer met lego iets bouwen of een houten treinbaan in elkaar zetten, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik daar ook vrij snel mee klaar ben. En ook in de zomer zit ik liever in de tuin wat voor me uit te mijmeren, dan dat ik een kasteel in de zandbak voor elkaar tover.

Zelfs voetballen met mijn zonen is niet iets dat ik eindeloze campingdagen kan volhouden. Maar dat is niet erg. Ik heb geleerd in tien jaar vaderen dat er dingen zijn die ik gewoon niet kan. Spelen is er één van. Net als de fles geven, vlechten maken en onthouden welke kledingmaat mijn kinderen hebben. Ik zou die dingen natuurlijk wel kunnen leren als ik dat echt zou willen, maar het is veel leuker om je te focussen op wat je wel kan en op wat je wel leuk vindt. Dat leer je in iedere training, dus waarom zou ik dat niet toepassen op mijn eigen vaderschap? Dus ga ik houthakken met de jongens, stoeien we op bed en bakken we samen pannenkoeken.

Maar het leukste vind ik voorlezen. Gewoon samen in de grote stoel, soms met z'n drieën of vieren op de bank en natuurlijk 's avonds voor het slapen gaan. Ook nu de kinderen ouder worden en de oudste twee zelf kunnen lezen, blijft het voorlezen een dagelijks terugkerend ritueel. Alle prenten- en kleuterboeken hebben we inmiddels achter ons gelaten en we genieten nu volop van de boeken van Roald Dahl. Spannend en erg grappig. Die lees ik 's avonds voor aan Noek en Roos. Ik lig in het midden op bed, zij ieder aan één kant tegen me aan en het is altijd te snel als we stoppen. 'Ah, nog één hoofdstuk. Ah, nog één bladzij.'

Ook Thijn, die al weer 11 wordt, wil nog elke avond voorgelezen worden. En dat is voor mij eigenlijk het grootste plezier. Want nu kan ik de boeken die ik mooi vind, aan hem voorlezen. Het hoogtepunt was vorig jaar de complete 'In de ban van de ring'. Meer dan 1200 bladzijden en een half jaar lang zaten we elke avond een half uur in Midden-Aarde tussen de hobbits, elfen en orks. Samen onder de deken, genietend van het grote avontuur. En waar ik vooral genoot van Aragorns zoektocht naar zijn koningschap, wilde Thijn juist iedere keer snel door naar Frodo en Sam die de 'ene ring' terug naar Mordor brachten. Als het echt spannend werd, lazen we nog een kwartier door. Tot de zwarte ruiters waren afgeschud en we weer rustig adem konden halen.

Ik zeg dat ik vooral voorlees voor de kinderen, maar dat is natuurlijk niet helemaal waar. En daarom werkt het volgens mij: ik vind het zelf zo leuk. In plaats van tegen mijn zin in dierentuintje te spelen met duplo-dieren, geniet ik net zo van ieder verhaal als de kinderen zelf. En er is nog genoeg. Hoog tijd voor de Kleine Kapitein, Ronja de Roversdochter en Harry Potter. En als ze zestien zijn misschien zelfs wel Stephen King - eens kijken wie er dan nog rustig kan slapen!

zondag 12 mei 2013

Paparijs


Wilbert Leering, 39 jaar. Vader van Mozes (8), Pam (6) en Juun (4). Copywriter & conceptmaker en de laatste tijd ook heel druk met Perfects.nl (het playlist-walhalla voor Spotify & Deezer gebruikers).

Met drie kinderen is het niet altijd even makkelijk om ze allemaal aandacht te geven. Eerlijk is eerlijk. Met twee ook niet trouwens. En zelfs met één kind is er nog genoeg buiten dat kind dat ook belangrijk is.  Maar goed, Puk en ik hebben dus de drie allerliefsteleukste aandachtvragers op de wereld gezet (en terecht dat ze aandacht willen, dat wil ik ook). 

En natuurlijk kríjgen ze alle aandacht van mij. Als het om school gaat, vriendjes en vriendinnetjes, ballet, turnen, skateboarden, voetbal, tennis, het mad science-project, een tekening ("práchtige boom! o...het is een kasteel...práchtig kasteel!"). Maarrr, ik dacht dat het beter kon. Minder éénrichting, meer dat we samen iets deden dat we allebei echt bijzonder vonden. En dat werd... Parijs. Je kunt ook andere dingen doen, natuurlijk, maar specifiek Parijs heeft veel voordelen...

Ik heb dus met ze afgesproken dat als ze zes zijn wij samen een lang weekend naar Parijs gaan. Dát werkt dus echt als een malle ('comme une malle'). En dan bedoel ik dat alles in die zin goed werkt. Lees even mee:

1. 'Afgesproken'

Een afspraak is sowieso een feestje bij ons. 'Beloofd is beloofd' is top voor ze, dat doen we niet vaak want er komt altijd iets tussen, lijkt 't wel. Dus als we een keer iets beloven, daar kunnen ze daar écht van op aan. Een zekerheidje. 100 procentjes: "beloofdbeloofd, papa?" "beloofdbeloofd!". 

2. 'Als ze zes zijn' 

Juun heeft het er nu al over. Moz had het er een jaar over, Pam ruim twee jaar (toen Moz zes werd, was Pam nog niet eens vier). Voorpret-a-gogo dus. Goeie voorpret-aanjaag tips: de films Ratatouille en Het Monster van Parijs, maar natuurlijk ook de extreem te gekke korte film 'C'était un rendez-vous uit 1976: https://vimeo.com/57276026

3. 'Wij samen'

Alleen met papa. Naar - niet onbelangrijk - een plek die papa óók echt leuk vindt. Een echte gedeelde ervaring, ge-wel-dig.

4. 'Een lang weekend'

Een 'lang weekend' geeft het gevoel dat het écht iets bijzonders is. Niet een gewoon weekend (die natuurlijk sowieso een feestje zijn), maar een XL-alles-erop-en-eraan-slingers-confetti-croissants-belevenis.

5. naar Parijs gaan

Waarom Parijs? Parijs is 'snapbaar' voor kinderen. Want: grotesk, episch, theatraal, pracht en praal, de Eiffeltoren, de Arc de Triomphe, Centre Pom (pom) pidou,  de verhalen over Louis de stinkende Zonnekoning en het Louvre mét die lange loop naar de Mona Lisa (goed voor de spanningsopbouw). Dat spreekt allemaal zó tot de verbeelding, dat ze de stad gelijk 'zien'. Je loopt van verhaal naar verhaal, van legende naar legende. Af en toe de metro, de taxi-boot over de Seine. 

6. Bonusklapper

De bonus is natuurlijk 'napret'. Dit was het tripje waar alleen zij bij waren. Eén op één met papa. Die trip was dus uniek. En toch hebben ze (Moz en Pam) het over hetzelfde, qua Parijs. Én Parijs komt heel vaak terug in van alles (films, boeken, etc.), daar kan dus ook nog heel vaak over nagepraat worden.

Note to self: volgende keer de Thalys pakken. Ik ging met de auto de eerste twee keer, maar met de trein is waarschijnlijk nog beter. Juun heeft dus in ieder geval iets nèt even anders dan Moz en Pam.