Jeroen de Jong is vader van Thijn (2002), Noek (2005) en
Roos (2008). Het ware vaderschap bevindt zich volgens hem buiten de gebaande
paden. Net als heel het leven trouwens: buiten je comfortzone wordt het pas
echt leuk. Met De Praktijkvader inspireert hij mannen om de beste vader uit
zichzelf te halen. Ook schreef hij het e-book 'Hoe word je de vader die je wilt
zijn? Van overleven naar sprankelen in vijf praktische stappen.' Dit boek vind
je op zijn website: www.praktijkvader.nl.
Ik ben niet zo goed in spelen. En ook niet in tekenen of
knutselen. Ik wil best een keer met lego iets bouwen of een houten treinbaan in
elkaar zetten, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik daar ook vrij snel mee klaar
ben. En ook in de zomer zit ik liever in de tuin wat voor me uit te mijmeren,
dan dat ik een kasteel in de zandbak voor elkaar tover.
Zelfs voetballen met mijn zonen is niet iets dat ik
eindeloze campingdagen kan volhouden. Maar dat is niet erg. Ik heb geleerd in
tien jaar vaderen dat er dingen zijn die ik gewoon niet kan. Spelen is er één
van. Net als de fles geven, vlechten maken en onthouden welke kledingmaat mijn
kinderen hebben. Ik zou die dingen natuurlijk wel kunnen leren als ik dat echt
zou willen, maar het is veel leuker om je te focussen op wat je wel kan en op
wat je wel leuk vindt. Dat leer je in iedere training, dus waarom zou ik dat
niet toepassen op mijn eigen vaderschap? Dus ga ik houthakken met de jongens, stoeien
we op bed en bakken we samen pannenkoeken.
Maar het leukste vind ik voorlezen. Gewoon samen in de grote
stoel, soms met z'n drieën of vieren op de bank en natuurlijk 's avonds voor
het slapen gaan. Ook nu de kinderen ouder worden en de oudste twee zelf kunnen
lezen, blijft het voorlezen een dagelijks terugkerend ritueel. Alle prenten- en
kleuterboeken hebben we inmiddels achter ons gelaten en we genieten nu volop
van de boeken van Roald Dahl. Spannend en erg grappig. Die lees ik 's avonds
voor aan Noek en Roos. Ik lig in het midden op bed, zij ieder aan één kant
tegen me aan en het is altijd te snel als we stoppen. 'Ah, nog één hoofdstuk.
Ah, nog één bladzij.'
Ook Thijn, die al weer 11 wordt, wil nog elke avond
voorgelezen worden. En dat is voor mij eigenlijk het grootste plezier. Want nu
kan ik de boeken die ik mooi vind, aan hem voorlezen. Het hoogtepunt was vorig
jaar de complete 'In de ban van de ring'. Meer dan 1200 bladzijden en een half
jaar lang zaten we elke avond een half uur in Midden-Aarde tussen de hobbits,
elfen en orks. Samen onder de deken, genietend van het grote avontuur. En waar
ik vooral genoot van Aragorns zoektocht naar zijn koningschap, wilde Thijn
juist iedere keer snel door naar Frodo en Sam die de 'ene ring' terug naar
Mordor brachten. Als het echt spannend werd, lazen we nog een kwartier door.
Tot de zwarte ruiters waren afgeschud en we weer rustig adem konden halen.
Ik zeg dat ik vooral voorlees voor de kinderen, maar dat is
natuurlijk niet helemaal waar. En daarom werkt het volgens mij: ik vind het
zelf zo leuk. In plaats van tegen mijn zin in dierentuintje te spelen met
duplo-dieren, geniet ik net zo van ieder verhaal als de kinderen zelf. En er is
nog genoeg. Hoog tijd voor de Kleine Kapitein, Ronja de Roversdochter en Harry
Potter. En als ze zestien zijn misschien zelfs wel Stephen King - eens kijken
wie er dan nog rustig kan slapen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten